Samen aan de slag
’’Het is belangrijk om juist nu te investeren in datagedreven zorg. Om de zorg ook in de toekomst betaalbaar en toegankelijk te houden voor iedereen’’, vertelt Paul Daalderop, partnership manager van Pfizer, aan het begin van de zomersessie ‘Samen aan de Slag’ van het Healthcare Innovation Platform (HIP). ’’Implementeren van datagedreven zorg doe je samen.’’
’’Daarom zijn we nu bij elkaar’’, stelt Paul Daalderop. Om verbinding te leggen tussen belangrijke stakeholders in de zorg waaronder data-analisten, datawetenschappers en zorgprofessionals.’’
Elke patiënt die bij een ziekenhuis of zorginstelling binnenkomt, herbergt een potentiële schat aan gezondheidsdata. Maar hoewel er elke dag ongelooflijk veel data worden verzameld in ziekenhuizen en andere zorginstellingen, verdwijnt het gros van die gegevens in patiëntendossiers.
Tijdens de zomersessie van het HIP vertellen drie experts op het gebied van datagedreven zorg over de enorme medische waarde die gezondheidsdata kunnen hebben voor de gezondheidszorg van de toekomst.
‘Text mining’-project
De eerste spreker is Leo Casteel, medical advisor van Pfizer. Hij vertelt over het ‘text mining’-project in ziekenhuizen om patiënten met de zeldzame hartziekte cardiale amyloïdose op te sporen. Normaal zijn deze patiënten moeilijk te vinden. De ziektesymptomen ontwikkelen zich geleidelijk. Een vroegtijdige diagnose is daarentegen belangrijk om een behandeling te kunnen starten.
’Implementeren van datagedreven zorg doe je samen’
Het is ondoenlijk voor cardiologen om honderden patiëntendossiers door te spitten, op zoek naar gemiste patiënten. Met hulp van ‘text mining’ kan dit wel. En zo werden bijna 2000 patiëntendossiers van het HagaZiekenhuis doorzocht. Met als resultaat dat er inderdaad enkele amyloïdosepatiënten werden gevonden die zelf nog niet wisten dat ze ziek waren.
De zoektocht kan nog verder worden fijngeslepen. ’’Maar we kunnen concluderen dat het een ontzettend succesvol project was. Het geeft veel voldoening om op deze manier een zeldzame, nog niet ontdekte ziekte, te kunnen opsporen.’’
Slimme wc-bril
Ook David Kat van Olive Diagnostics vertelt over een praktisch digitaal hulpmiddel: een slimme wc-bril waarmee 600 verschillende aandoeningen kunnen worden opgespoord. Deze lopen uiteen van de ziekte van Alzheimer, urineweginfecties tot hart- en vaataandoeningen. In de wc-bril zit een spectrometer die biomarkers in de urine kan meten. Elke keer als een druppel urine in de wc valt, wordt gemeten welke biomarkers erin zitten en in welke concentratie. ’’Je kunt ziekten vroegtijdig opsporen en als dat niet lukt goed beheersbaar maken.’’
David kijkt ernaar uit om via het HIP-platform met andere zorg- en techpartijen te gaan samenwerken aan de verdere ontwikkeling van de ‘slimme’ wc-bril. ’’Om samen te werken aan het beter en betaalbaarder maken van de gezondheidszorg. En nog beter: aan het voorkomen van ziekten.’’
Hij denkt dat de technologie die nu in een wc-bril is ingebouwd wellicht ook in een tandenborstel kan worden ingebouwd. ’’Iedereen gaat een vijf of zes keer per dag naar de wc. Op deze manier verzamel je veel informatie die je anders door het toilet spoelt. Maar misschien kun je de moleculen die je nodig hebt ook via wangslijm meten”, zegt hij refererend aan de tandenborstel.
‘Het kan de gezondheidszorg zoveel goedkoper en makkelijker maken’
De derde spreker, Auke de Leeuw, besloot het AI-bedrijf Annovating op te richten na de dood van een collega. ’’Dat triggerde bij mij het idee van ‘waarom kun je geen apparaatjes voor om je pols ontwikkelen die meten of je ziek bent, of dat wordt, nog voordat jij dit zelf merkt.’’
Met behulp van data science en artificial intelligence is er enorm veel informatie te halen uit data van fitnesstrackers, vertelt Auke enthousiast. ’’Het kan veel gaan betekenen, vooral in de preventieve gezondheidszorg en het kan onze gezondheidszorg zoveel goedkoper en makkelijker maken.’’
‘Waarom kun je geen apparaatjes voor om je pols ontwikkelen die meten of je ziek bent, of dat wordt, nog voordat jij dit zelf merkt.’
Annovating ontwikkelde het dataplatform ‘selfb’ waaraan je allerlei zogenaamde mobile-health-devices en apps kunt koppelen. ’’Je kunt je data kwijt op dat platform. Wij passen daar dan kunstmatige intelligentie op toe en zoeken naar patronen. Zo kunnen in de toekomst mogelijk allerlei ziektebeelden vroegtijdig worden herkend.’’
Kans en drempels
Na het vertellen van hun eigen verhaal, gaan de sprekers met elkaar in gesprek. Wat ervaren zij als de grootste drempel binnen de ontwikkeling van datagedreven zorg?
’’Het kan wel 13 jaar duren voor je certificering van een medische app rond krijgt en je een device geregistreerd krijgt’’, stelt Auke de Leeuw. ’’Veiligheid en certificering zijn belangrijk’’, vindt hij. ’’Maar het mag innovatie niet tegenhouden. Ik vind ook niet dat iedereen aan de fitnesstracker moet. Dat mag iedereen zelf bepalen. En iedereen mag zijn device aansluiten op ons platform.’’
David Kat heeft goede hoop dat het met de slimme wc-bril sneller kan gaan. ’’Alle academische ziekenhuizen willen hun data van de afgelopen twintig jaar al beschikbaar stellen. Binnenkort beginnen we met een project in verpleeghuizen. Het is toch mooi als je uitdroging of urineweginfecties kunt zien aankomen en daarop kunt ingrijpen als verpleegkundige. En als je op die manier kunt voorkomen dat iemand valt of een delier krijgt.’’
Verbinding
Ook praten ze over hoe je een sterkere verbinding kunt krijgen tussen datawetenschappers en artsen. ’’Je moet meer samenwerken’’, oppert David. ’’Zorgen dat de data scientist meer leert over de zorg en zorgprofessionals meer leren over datawetenschap. Bij Olive gingen we voor het eerst werken met spectometrie en stromende/vallende vloeistoffen. Dat kon alleen door samen te werken met uiteenlopende specialisten zoals datawetenschappers en scheikundigen.’’
Leo Casteel merkt op dat artificial intelligence niet zaligmakend is. ’’Je moet weten wat je gaat meten en hoe. Het zou goed zijn als artsen tijdens hun opleiding data science als vak onderwezen krijgen. Hij zegt in het zorgveld te merken dat artsen open staan voor datagedreven gezondheidszorg. ’’Ze moeten ook de tijd krijgen om hiermee aan de slag te gaan.’’
Hij denkt dat nieuwe digitale technieken uiteindelijk veel tijdswinst opleveren. ’’Je zorgt dat artsen meer tijd krijgen voor hun patiënten.’’ Daarnaast kun je patiënten ook tussen de afspraken door veel beter monitoren met AI en andere vormen van datagedreven zorg, vult Auke de Leeuw aan. ’’Een arts ziet een patiënt maar een paar keer per jaar. Wij zien hem feitelijk elke paar seconden wanneer er een nieuwe meting binnenkomt.’’
Alledrie denken ze dat het belangrijk is dat er in de nabije toekomst enkele hobbels worden geslecht om de ontwikkeling van datagedreven zorg sneller te laten verlopen. Ook denken ze dat de overheid hierbij een belangrijke rol kan spelen. Onder meer door onderzoek te ondersteunen.
‘Ziekenhuizen worden betaald voor het leveren van zorg, niet voor preventie’
’’Ziekenhuizen worden betaald voor het leveren van zorg, niet voor preventie: het vermijden dat mensen ziek worden. Preventie komt in elk coalitieakkoord naar voren, maar voorlopig wordt er nog weinig op ingezet’’, zegt David Kat. ’’De overheid moet daar de regierol meer in durven nemen.’’
Leo Casteel wil een lans breken voor zorgpartijen die wel in preventie investeren. ’’Er zijn verschillende zorgverzekeraars die erin investeren.’’ Het onderwerp leeft bijvoorbeeld ook in de geneesmiddelensector en bij het Zorginstituut Nederland, stelt hij . ’’Ik denk dat alle partijen hier wel mee bezig zijn. Het praten met iedereen, het samenbrengen en toegankelijk maken van data voor iedereen, is stap twee. Maar ik ben wel positief gestemd.’’
Dat vindt David Kat een mooie conclusie. ’’We moeten veel gaan doen aan preventie en aan samenwerking. Als we een aantal van die lessen kunnen laten terugkomen in hoe we de gezondheidszorg organiseren, kunnen we mensen langer gezond houden.’’