Behandeling van trombose
Leestijd: 3 minuten
Trombose kan op meerdere manieren worden behandeld. Er zijn verschillende antistollingsmedicijnen. Als je een operatie moet ondergaan, bijvoorbeeld ter vervanging van een knie of heup, of een bariatrische ingreep zoals een maagverkleining, krijg je tromboseprofylaxe. Dat is medicatie om trombose te voorkomen. We zetten alle behandelingen op een rijtje.
Als je trombose hebt, krijg je medicijnen die zorgen dat je bloed minder snel stolt. Dit noemen we antistollingsmiddelen of bloedverdunners. Deze medicijnen voorkomen dat trombose ontstaat of dat bloedstolsels groter worden. Ze ruimen de stolsels niet op. Dat doet je lichaam zelf. Bij een grote bloedprop kan het daar wel een paar maanden over doen.
Op de korte termijn
Als je een gevaarlijke bloedprop hebt, bijvoorbeeld in je longen (longembolie), in je kransslagader of je hoofd, word je direct behandeld met LMGH: laagmoleculair gewicht heparine. Dat zijn antistollingsmiddelen die via een naaldje onder de huid worden toegediend. Je krijgt ze ook preventief als trombotische profylaxe voor of na bepaalde operaties of wanneer je risicopatiënt bent.
Lees ook ons artikel over trombotische profylaxe
Heparine zelf werkt maar kortdurend en verdwijnt na een aantal uur uit je lichaam. Het wordt in een ziekenhuis maar voor een korte periode toegepast. Levensbedreigende bloedstolsels worden soms behandeld door middel van trombolyse. Dan wordt een krachtig middel (van lichaamseigen enzymen urokinase, streptokinase en r-TPA) ingezet om de bloedsomloop zo snel mogelijk te herstellen. Meestal gebruik je heparine maar een korte periode. Voor langdurig gebruik zijn er bloedplaatjesremmers, VKA’s (vitamine K-antagonisten) en DOAC’s (Directe Orale Anticoagulantia).
Bloedplaatjesremmers
Bloedplaatjesremmers zijn milde antistollingsmedicijnen. De arts schrijft bloedplaatjesremmers bijvoorbeeld voor wanneer je een lichte erfelijke aanleg voor trombose hebt of bij een relatief laag risico op trombose. Bloedplaatjes (trombocyten) zijn kleine cellen in het bloed die bij een wondje aan elkaar plakken en zo een bloeding stelpen.
Zwaardere antistolling: VKA’s of DOAC’s
Na de eerste behandeling kan de arts je dus ook andere antistollingsmiddelen voorschrijven in de vorm van tabletten of capsules. Directe Orale Anticoagulantia (DOAC’s) behoren tot de groep antistollingsmiddelen. DOAC’S hebben direct invloed op een specifiek stollingseiwit. Gebruikers hiervan hoeven niet op controle bij de trombosedienst.
Vitamine K remmers
DOAC’s zijn niet voor iedereen geschikt. Ze zijn ongeschikt voor mensen met een slechte nier- of leverfunctie en ze kunnen niet worden gebruikt door mensen met kunsthartkleppen. Een alternatief voor DOAC’S zijn vitamine K-remmers (VKA’s). Ze worden ook wel coumarines genoemd en zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm.
Vitamine K remmers zorgen ervoor dat het bloed minder kans krijgt om te stollen.
Vitamine K-remmers zorgen ervoor dat het lichaam minder stollingsfactoren kan aanmaken en het bloed minder kans krijgt om te stollen, waardoor de kans op een trombose kleiner wordt. Gebruikers van vitamine K-remmers moeten geregeld voor controle naar de trombosedienst. Als de aanmaak van stollingsfactoren helemaal wordt geblokkeerd, kan dit leiden tot (levens)gevaarlijke bloedingen. De vitamine K-remmers maken het bloed minder stolbaar, maar laten genoeg stollingsfactoren over om ons lichaam te beschermen als je een wondje oploopt.
Tromboseprofylaxe
DOAC’s, LMGH’s en VKA’s worden ook vaak gebruikt om trombose te voorkomen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij boezemfibrilleren, na het plaatsen van een kunsthartklep, bij pijn op de borst, na een hartinfarct, na een TIA of herseninfarct, bij een trombosebeen of etalagebenen, bij longembolie en bij patiënten die langdurig op bed liggen. Artsen kunnen ook laag moleculaire gewicht heparines als tromboseprofylaxe voorschrijven. Dit gebeurt na diverse operaties, zoals vervanging van een knie- of heup of een bariatrische ingreep (die als doel hebben het gewicht te verminderen).
Lees hier een artikel over tromboseprofylaxe na operaties
Elastische kousen
Een belangrijk onderdeel in de behandeling van veneuze trombose zijn de therapeutische elastische kousen, ook wel compressiekousen genoemd.
Deze kousen zorgen ervoor dat het opgehoopte vocht in armen of benen (oedeem) wordt afgevoerd. Na een ernstige trombose in je been of arm is je lichaam daar zelf niet meer toe in staat. Je moet een kous een half jaar tot een jaar dagelijks dragen om te voorkomen dat je een posttrombotisch syndroom (een chronische vorm van trombose) krijgt.
Als medicijnen niet werken
Heel af en toe komt het voor dat bloedstolsels niet voldoende oplossen met hulp van bloedverdunners. In sommige ziekenhuizen kan een ingreep worden uitgevoerd met een lokaal oplosmiddel. Hierbij wordt een katheter in het gestolde bloedvat gebracht. Ook wordt hierbij een ultrageluid gebruikt om het stolsel los te weken. Daarna wordt een speciaal buisje geplaatst om het bloedvat open te houden.
Preventie
Voorkomen van (nieuwe) trombose is natuurlijk het allerbeste. Als je een keer trombose krijgt, loop je risico om het nog eens te krijgen. Dat kan gebeuren op dezelfde plek maar net zo goed in een ander bloedvat. Je kunt zelf maatregelen treffen om je kans op trombose te verminderen:
-
Zorg dat je therapietrouw bent: slik de medicijnen die je krijgt voorgeschreven en draag de elastische kousen als je dokter dat aanraadt.
-
Beweeg! Door te bewegen stimuleer je de bloedsomloop. En doe dit helemaal in situaties waarbij je normaal lang stilzit, zoals in het vliegtuig.
-
Stop met roken. Roken laat je bloed klonteren.
-
Als je de anticonceptiepil gebruikt en risico loopt op trombose, praat dan met je arts over een mogelijk alternatief.
Bronnen:
- trombosestichting.nl/trombose/behandeling-trombose/doac/
- rijnstate.nl/aandoening-en-behandeling/trombose/de-behandeling-van-een-trombosebeen/
- hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten/trombose-en-longembolie
- thuisarts.nl/trombosebeen/ik-word-behandeld-voor-trombosebeen
- umcutrecht.nl/nl/ziekenhuis/ziekte/trombose
- mmc.nl/internegeneeskunde/aandoeningen-en-behandelingen/trombose/